Zaterdag 2 maart 2013 | |||||||
Eindelijk na 2 maanden zijn we weer bijeen in Swifterbant. In januari woonden we het symposium bij over Perkament in het Noord-Hollands Archief in Haarlem. In februari waren we aanwezig op het uiterst gezellige BoekTotaalFestival in Steenwijk / De Bult op Buitengoed Fredeshiem. Nu in maart beginnen we met het uitwisselen van allerlei wetenswaardigheden. Jopie leest onderstaand artikel voor over boekbindster Meentje Rietema, dat gepubliceerd stond in Trouw van 19 januari 2013: 'Ze kon haar enige klant laten wachten' ONNO HAVERMANS − 19/01/13 Bart de Vries, gepensioneerd gemeenteambtenaar: "Het waarom van dit boek staat in het motto, dat ik heb ontleend aan Het leven van Arsenjev van I.A. Boenin: 'Dingen en daden die niet opgeschreven zijn, worden door het duister bedekt en overgeleverd aan het graf der vergetelheid, opgeschreven echter leven ze voort...' Meentje Rietema was bij haar leven al totaal onbekend geraakt, zelfs bij mensen in het boekenvak, terwijl ze tussen pakweg 1950 en 1975 een klein aantal boeken heeft gebonden die tot de top behoren van wat in Nederland aan boekbindkunst is gemaakt. Er zijn tot dusver maar negen boeken van haar bekend, maar die worden door deskundigen wel als hoogte-punten erkend. Er zijn in Nederland maar een stuk of vier boekbinders die er echt van kunnen leven. In Rietema's tijd was het vak zelfs op sterven na dood. De belangstelling voor mooi inge-bonden boeken is hier nu eenmaal niet groot, in tegenstelling tot bijvoorbeeld in Frankrijk en België. De geringe oplage van mijn boek - 150 exemplaren - heeft daarmee te maken. Zoveel liefhebbers zijn er wel, hoop ik, dan kom ik uit de kosten. Tot dusver heb ik een derde verkocht. Meentje Rietema heb ik zelf niet gekend, ik ken alleen haar boeken. In 1951 won ze met een door haar ingebonden boek de tweede prijs in een wedstrijd die de Nederlandse inzending voor het Festival of Britain moest bepalen. Ze heeft dat boek - 'Vertellingen van Generzijds', een verhalenbundel van F. Bordewijk - haar hele leven bewaard. Maar de familie had na haar dood in 2005 weinig belangstelling voor de boeken van tante Meentje. Een kennis van mij heeft dat boek toen van de familie gekocht. Via hem leerde ik haar werk kennen. Voor mijn boek heb ik goed contact gehad met de neef die haar het beste kende. Hij had haar natuurlijk niet als kind en opgroeiend meisje meegemaakt, maar hij kon genoeg vertellen over haar leven en karakter. Erg gelukkig was ze niet. Een onbeantwoorde liefde, een beroep waarvan ze niet kon leven en uiteindelijk het onderwijs waar haar hart niet lag. Ze gaf de klas opdrachten en ging dan zelf met een van haar wandkleden aan de slag. Ze was heel kritisch en kon iemand hard de waarheid zeggen. Haar werk is totaal on-Nederlands. Het is nog het best te vergelijken met wat tussen de twee wereldoorlogen in Frankrijk werd gemaakt. Ze verdiepte zich in de inhoud van het boek en maakte een voorstelling die daar dicht op aansloot. Als een boek haar niet beviel, dan bond ze het niet in. Ze deed er soms anderhalf à twee jaar over, ze was een pietje precies. Dat was commercieel natuurlijk niet verantwoord, maar toen ze eenmaal voor het onderwijs had gekozen, hoefde ze er ook niet van te leven. Eigenlijk had ze maar één klant, de teruggetrokken levende bibliofiel Hugo Willem Bosscha, die vier boeken door haar liet binden. Ze kon het zich veroorloven om hem te laten wachten; hij was te verlegen om haar op te bellen, het bleef beperkt tot schriftelijk contact. Na zijn dood in 1979 werd zijn boekenverzameling geveild. Zijn correspondentie kwam in handen van de Nijmeegse hoogleraar P.J. Buijnsters, die er in 1991 een artikel over schreef in De Boekenwereld, waarvoor hij Meentje raadpleegde. 'Het was leuk om nog eens naar voren gehaald te worden', schreef ze terug." Bart de Vries: Meentje Rietema, boekbindster. Uitgave in eigen beheer (bw.devries@tiscali.nl) €39,50 |
|||||||
Meentje Rietema, band van blauwzwart marokijn uit de collectie van de Koninklijke Bibliotheek. Bron: Geheugen van Nederland. |
|||||||
Op de beurs in Leiden was Bart de Vries aanwezig om zijn boek te promoten en te verkopen, maar velen van ons hebben hem toen helaas niet opgemerkt. Meer wetenswaardigheden over Meentje Rietema zijn te lezen op: http://www.boekgeschiedenis.nl/default.asp?id=851&page=&keuze=detail&nieuwsid=588 |
|||||||
Jopie laat ons ook haar geschilderde miniatuur zien, die ze o.l.v. Jaap Boerman tijdens zijn cursus 'middeleeuws verluchten' in Nieuwpoort (Nederland) gemaakt heeft. We zijn diep onder de indruk van dit prachtige schilderwerk. Jopie is uitermate knap geslaagd in het weergeven van diepte, van geplooide kleding en van sprekende ogen (hetgeen helaas op deze foto niet zo goed tot zijn recht komt).
|
|||||||
De miniatuur betreft de Toren van Babel uit de Bedford Hours.
http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Tower_of_Babel_(Bedford_Master).jpg |
|||||||
De Meester van Bedford (of Bedford-meester) was een boekverluchter die in de eerste helft van de 15de eeuw actief was in Parijs. Zijn naam verwijst naar het getijdenboek dat hij verluchtte, en dat in het bezit was van Jan van Bedford, de eerste hertog van Bedford, zoon van Hendrik IV. Het getijdenboek waarvan sprake, staat bekend als de Bedford Hours. In de literatuur vindt men nog dikwijls het verhaal dat het boek besteld werd voor het huwelijk van Anne van Bourgondië met de hertog in 1423, omdat hun portretten zijn opgenomen in het handschrift, maar tegenwoordig zijn de meeste auteurs het erover eens dat het boek 10 jaar ouder is en dat de originele opdrachtgever iemand anders was. Wapenschilden op de beginpagina’s wijzen in de richting van Karel VI van Frankrijk, misschien was zijn zoon Lodewijk van Guyenne de originele opdrachtgever. Lodewijk van Guyenne was 'de dauphin' na het overlijden van zijn oudere broers. Een andere hypothese is dat het handschrift in opdracht van Jan zonder Vrees[2] (1371-1419) gemaakt zou zijn en dat diens zoon Filips de Goede (1396-1467) het aan zijn zus Anne geschonken zou hebben ter gelegenheid van haar huwelijk met Jan van Bedford, maar de deskundigen zijn het er eigenlijk alleen over eens dat ze het niet met zekerheid kunnen vaststellen. Dit werk bevindt zich momenteel in de British Library. |
|||||||
Op de ´De Braaij´ tentoonstelling in Haarlem trok een boek van Victor Wijnhoven mijn aandacht. Zijn bindwijze was gebaseerd op de Dorfner band. Aangezien me dat niets zei, ben ik gaan zoeken naar de kenmerken van deze band. Via internetsites kwam ik er achter dat Dorfner (1885 tot 1955) grote waarde hechtte aan de kunstzinnige vormgeving van de boekband. Dorfner werkte eerst als leraar boekbinden in het Bauhaus in Weimar en richtte vervolgens in 1924 zijn eigen vakschool op voor de toegepaste kunst voor de boekbinderij.
In de loop der jaren ontwikkelde hij een specifieke eigen stijl van een blinddruklijnenspel op de boekband, geïnspireerd op de inhoud van het boek. Bovendien paste hij vrij ontworpen letters toe. Ook leerde hij zijn leerlingen uit te gaan van de schoonheid van de gebruikte bindtechniek, hetgeen tot minimalisme kon leiden, uniek voor die tijd. http://de.wikipedia.org/wiki/Otto_Dorfner http://bauhaus-online.de/magazin/artikel/otto-dorfner-buchbinder-und-werkmeister-am-bauhaus http://www.kb.nl/speciale-collecties/bijzondere-aanwinsten/boekbanden-van-otto-dorfner http://www.thueringer-allgemeine.de/web/zgt/kultur/detail/-/specific/Stiftung-erwirbt-Sammlung-wertvoller-Faust-Drucke-980063258 |
|||||||
Otto Dorfner : Johann Wolfgang Goethe, Faust Das Pentagramm mit Bezug zum Fausttext "Das Pentagramma macht dir Pein?" © Klassik Stiftung Weimar |
|||||||
In januari 2011 schreven wij in het verslag: Anton heeft bij de kringloopwinkel een JUBILÉ UITGAVE van de ‘Gedichten’ van Nicolaas Beets gekocht. De eerste druk is van 1874. Anton heeft de 8ste druk en deze uitgave is dus waarschijnlijk van na 1880, want het boekblok is in elkaar gezet met nietjes. De naaimachines voor het ‘staaldraadnaaien’ werden o.a. ontwikkeld door Brehmer (ca.1895) en Heyl (ca.1880). De staaldraad werd op klossen de machine ingetrokken en meestal als ‘omgekeerd’ nietje door het papier geslagen, zodat de eindstukjes op de boekblokrug kwamen te liggen. Na WO II zijn bijna alle draadstaalnaaimachines de schroothoop op gegaan want het naaien met staaldraad bleek te kostbaar en te papierverwoestend omdat het staal onder invloed van het kleefstofvocht ging roesten. En die nietjes van ‘Beets’ zijn ook behoorlijk aan het roesten, dus moeten ze allemaal verwijderd worden. Tijdens het slopen van het boek blijkt het drie delen te bevatten. Anton overweegt daarom bij het herbinden over te gaan tot het binden van drie afzonderlijke delen en die te verwerken in een cassette. |
|||||||
Dit plan is helemaal verwezenlijkt, echter niet geheel door Anton, maar grotendeels door Dinie! Bovenstaande foto’s laten de oorspronkelijke versie van de Gedichten zien en de foto's hieronder de schitterend herbonden editie. |
|||||||
Dinie laat met gepaste trots haar meesterwerk zien. Zij en Anton hebben heel veel uren besteed aan dit ‘Beetsproject’, maar nu is het dan klaar. Resultaat: 3 prachtige Duitse bandjes, perfect gebonden en van titelschildjes voorzien, bekleed met rexine en marmers, in een originele cassette met 'afdakje en drempel'! Expres zo gemaakt om, als je tegen de cassette aankijkt vanaf de zijkant, je toch direct de ruggen van de boekjes ziet, i.p.v de zijkant van de cassette. En ieder boekje heeft zijn eigen compartiment in de cassette, zodat de boeken goed blijven staan als er één exemplaar uitgehaald wordt. Een bijzonder handige en creatieve oplossing ! |
|||||||
|
|||||||
Ook hebben Anton en Dinie hun trouwalbums gereed. Eén gebonden album voor de mooiste foto's en één ringbandmap voor de overige foto's. Beide banden zijn bekleed met kunstleer en de foto is in een verdieping verwerkt. Met de foliepers is de tekst gedrukt en de bloemen zijn met stempels aangebracht. | |||||||
|
|||||||
Marjolein is zeer teleurgesteld over haar K118 fotoalbum, omdat het niet mooi opengaat, omdat het voorplat schotelvormig opgedroogd is en omdat het bekledingsmateriaal op de rug plooit. Heel jammer, want ze heeft een schitterend ontwerp gemaakt: een reliëf van een paddenstoel en de titel van zelf uitgesneden letters. |
|||||||
K118 foto-album van Marjolein |
|||||||
Het decoratieve sierpapier heeft ze zelf gemaakt van gekreukeld en in groen-nuancen geverfd kraftpapier. Zo heeft dit papier een fluwelen uitstraling gekregen. Fraaie met gespatte paddenstoelen versierde schutbladen maken het boek heel persoonlijk en stijlvol. | |||||||
schutbladen van het paddenstoelen K118 album |
|||||||
Waarom gaat het boek nu niet platliggend open?? Ofwel het papier is in de verkeerde richting verwerkt, ofwel het papier is te dik. Over het schotelvormige plat zijn we het al gauw eens dat dit komt omdat ze het plat in eerste instantie niet tegengeplakt heeft. Het dekblad is te zwak om de trekkracht van het reliëf op te heffen en daardoor is de spanning te groot geworden en dus trok het plat hol. Een tweede poging zal uit moeten maken of dit ook echt de oorzaak is. Jopie heeft de K118 ook klaar en loopt tegen hetzelfde rugprobleem op: bij het openen van het boek trekken er vreemde plooien in de bekleding. Zij heeft het kunstleer rexine, behalve aan kop en staart, op de rug geplakt. Marjolein heeft een huls gebruikt. Maar verschil is er nu niet te zien. |
|||||||
K118 van Jopie met handbestoken kapitaaltje |
|||||||
Ik, Ine, heb de K118 niet bekleed omdat dan het specifieke van deze binding onder de bekleding verdwijnt en er in het uiterlijk van het boek niets meer terug te vinden is van deze binding. Daarom wilde ik een alternatief bedenken om de borden wel af te werken, maar de bindingen toch zichtbaar te laten. | |||||||
K118 van Ine onbekleed |
|||||||
Het blauwe Engelse kraftpapier dat ik op de rug als versteviging gebruikt had, heb ik op de platten, precies langs de perkamenten strookjes en touwen geplakt en zonder inslagen langs kop en staart. Langs voor- en achterkant heb ik een strook perkament geplakt. Het dekblad heb ik op dezelfde wijze verwerkt. Daarna heb ik de bordranden bewerkt met beriplast (een Franse lijmsoort) en goudverf. Op de hoeken heb ik boekhoekjes gezet. En op voor- en achterplat perkamenten titelschildjes ingelegd. | |||||||
|
|||||||
Jaap volhardt in het Goddijnproject en is nu met de laatste boeken bezig. De omslagband met indirecte strengeling uit de 17de eeuw heeft hij praktisch klaar, maar vindt het omslag wel erg stug geworden, terwijl hij toch de aanwijzingen van Goddijn helemaal opgevolgd heeft. De banden moeten nu door het omslag gewerkt worden om boekblok en band met elkaar te verbinden. | |||||||
|
|||||||
Jaap bestudeert nog een kritisch de tekst van Goddijn alvorens met deze klus van boek en band met elkaar verbinden aan de gang te gaan. |
|||||||
In het verslag van december 2012 stond te lezen hoe Bert samen met Anton bezig ging met het polijsten van sloten voor zijn buidelboek. Thuis heeft hij met de Dremel verder gewerkt aan deze sloten en nu is dat werk voltooid en is het buidelboek klaar. Het boekblok is een oud bijbeltje. Op de platten heeft hij een blinddruk van lijnen aangebracht. De 'kop' van het leer van de buidel heeft hij afgewerkt met een van leerveters gevlochten vlecht. | |||||||
buidelboek van Bert met blinddruklijnen op het plat |
|||||||
De Bijbel in de Nieuwe Bijbel Vertaling heeft hij als bandzetter gebonden. De tekst 'bijbel' wilde hij eens met schaduwwerking drukken. Dat was een zeer precies werk, maar het resultaat is bijzonder. Eerst drukte hij de tekst met zwarte folie, vervolgens verschoof hij de band een paar millimeters zowel naar beneden als opzij, om daarna de tekst met zilverkleurig folie te drukken. Op de foto van de proefdruk is de schaduw in het bovenste woord 'bijbel' rechts van de letters te zien, op het onderste woord 'bijbel' aan de linkerkant. | |||||||
|
|||||||
|
|||||||
Tenslotte laat Bert zien hoe hij de beschrijving van de Franse Band door Constant Lem, als bijlage verschenen bij Vouwbeen in 1995, in eigen gemamerd papier gebonden heeft. |
|||||||
'De Franse Band' door Constant Lem, gebonden door Bert |
|||||||
Fem en ik hebben een Jacobsladder voor kinderen gemaakt aan de hand van de beschrijving die we op internet vonden: http://www.making-mini-scrapbooks.com en kwamen bij het bekijken van het resultaat tot de verrassende en teleurstellende ontdekking dat het geheel niet klopte, dat de kaarten verkeerd om zaten en dus vóór en achter tegengesteld opgeplakt moesten worden! Daarom deze tip ook hier geplaatst: let er goed op als je een Jacobsladder tweezijdig geïllustreerd gaat maken, dat je de kaarten eerst provisorisch vastzet om te bekijken of alles in de goede richting bekeken kan worden. |
|||||||
voor en achterkant van de Jacobsladder, waarbij dus duidelijk te zien is dat de kaarten om en om geplakt moeten worden. |
|||||||
Het tovermapje is voor iedereen, denk ik, een bekend item: twee beklede bordjes met enerzijds gekruiste bandjes en anderzijds rechte bandjes, waartussen een illustratie of i.d. van plaats verandert door het links of rechts openen van het mapje. Nu trof ik een variatie aan in Karton modellen voor school en huis door H. Van Tongeren. Uitgave J.B. Wolters 1954. Een toverboekje met drie bandjes. Leuk en eenvoudig te maken. Zeker voor kinderen en daarom geef ik hier de beschrijving uit dit boekje. |
|||||||
|
|||||||
's Middags besteden we aan eigen werk. Vermeldenswaard is de bezigheid van Jaap. Hij heeft mappen gemaakt waarin hij ring-systemen aan wil brengen. Nu gaat hij samen met Anton bekijken hoe ze de 'mannetjes en vrouwtjes' het beste vast kunnen zetten. Het lukt prima door eerst op de juiste plek gaatjes te ponsen, vervolgens het vrouwtje door het achterplat te drukken, daarna het mannetje van binnen uit er in te klemmen en dan met de hamer een slag te geven. Door er dan een doorslag op te zetten en met de hamer enkele flinke slagen te geven, zit het geheel stevig vast en zijn de vrouwtjes aan de achterkant van de map mooi plat geworden. Resultaat een perfecte bevestiging van het ringsysteem! |
|||||||
ringsysteem bevestigen, eerst een tik met de hamer (links), daarna met de doorslag (rechts) |
|||||||
Jaap heeft een perfect resultaat |
|||||||
Volgende maand gaan we een nieuw gezamenlijk project starten:
het binden van de Lyonese band, waarvan de werkbeschrijvingen staan in Vouwbeen 1 en 4 uit 1998. |